Betekenis van:
laf

laf
Bijvoeglijk naamwoord
  • een gebrek aan moed tonend
"Wat een verschrikkelijk laffe daad was dat!"
laf
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder moed
"een laffe overval"
"zich laf gedragen"
laf
Bijvoeglijk naamwoord
  • onaangenaam smakeloos
"Er zit een laf smaakje aan."
laf
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich door angst voor gevaar latende leiden
"een laffe overval"
"zich laf gedragen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. SD „LAF-Velizarov i sie”