Betekenis van:
daags

daags
Zelfstandig naamwoord
  • genitief van dag: ''tweemaal daags'' (tweemaal per dag)

Voorbeeldzinnen

  1. U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
  2. Maximaal driemaal daags
  3. 2 tot 4 maal daags.
  4. Venkelpoeder: 400 mg driemaal daags (maximaal 2 g per dag).
  5. Kleine hoeveelheid zalf twee- à driemaal daags op de aangetaste plek aanbrengen.
  6. De nieuwe bepalingen treden in werking daags na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  7. 1,5 tot 2,5 g (vers [2]) vermalen venkelvrucht met 0,25 l kokend water (15 minuten laten trekken) driemaal daags als kruidenthee bereiden.
  8. Driemaal daags 1 - 3,5 g hele of (vers) fijngemaakte of gemalen anijsvrucht in 150 ml kokend water, in de vorm van kruidenthee.
  9. 1,5 tot 2,5 g (vers [4]) vermalen venkelvrucht met 0,25 l kokend water (15 minuten laten trekken) driemaal daags als kruidenthee bereiden.
  10. De kapitein geeft de informatie uit het elektronische logboek ten minste eenmaal daags en niet na 24.00 uur door aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat, ook al is er niets gevangen.
  11. Zij heeft ook nadere informatie verstrekt over de verschillende elementen die door het Wetenschappelijk Panel voor genetisch gemodificeerde organismen van de EFSA in beschouwing zijn genomen en over de reden waarom sommige specifieke aanvullende studies, zoals een 90-daags toxicologisch onderzoek bij ratten, niet als noodzakelijk zijn beschouwd.